Klonen … een lastige kwestie
Er zitten behoorlijk wat voor en nadelen aan klonen. De belangrijkste heb ik hier op een rijtje gezet:
Laten we beginnen met de voordelen. Op het eerste gezicht ziet men klonen als iets onnatuurlijks, dus iets wat we niet moeten doen, maar er zitten ook zeker voordelen aan vast.
Zo zou er bijvoorbeeld nooit meer een tekort zijn aan donoren. Bij varkens bijvoorbeeld zou er eerst iets veranderd kunnen worden aan hun DNA. Hierdoor zouden de organen van dieren geaccepteerd worden door het menselijk lichaam. Stel iemand heeft leukemie, dan is de kans maar klein dat er een geschikte donor gevonden wordt voor een beenmergtransplantatie. De kans op afstoting door het lichaam is daarbij heel groot. Men zou dan ook een kloon kunnen maken van diegene die leukemie heeft. Een kloon kan op die manier grof gezegd voor reserveonderdelen zorgen.
Ook zou weefsel hersteld kunnen worden of zelfs vervangen. Bijvoorbeeld bij Alzheimer, een ziekte waarbij hersencellen sneller afsterven dan normaal. Voor de medische wetenschap zal het toegestaan worden van klonen dus een hele vooruitgang zijn. Vele problemen kunnen hiermee sneller en beter opgelost worden.
Verder zijn er nog ethische voordelen. Echtparen waarvan de man of vrouw onvruchtbaar is, zouden door middel van klonen een kind kunnen krijgen dat hetzelfde bloed heeft als een van hen. Ook homoseksuele paren zouden zo kinderen kunnen krijgen.
Mensen met talenten zouden ook gekloond kunnen worden, een deel van een talent wordt bepaald door het erfelijke materiaal. Op die manier zou men ‘perfecte’ mensen kunnen klonen.
Het klonen van de mens zou een grote vooruitgang zijn in de wetenschap. Al heel erg lang is men bezig met het klonen van cellen. Later kon men een heel schaap klonen. Dit was een fantastisch moment voor de wetenschap. Waarom begint de wereld nu opeens te zeuren over waar de grens ligt? Het loopt al zo ontzettend lang……
Er zijn natuurlijk ook een heleboel nadelen aan het klonen van mensen.
De verscheidenheid van de natuur zou beschadigd worden, zoals je nu al ziet bij bepaalde planten en dieren. Het is namelijk zo dat als er een bepaalde ziekte uitbreekt, haast niemand meer resistent zou zijn voor deze ziekte. Een samenleving die voor het klonen van mensen is, kiest voor een minder multiculturele samenleving.
Ook zijn er ethische nadelen. Zo zou van klonen verwacht worden dat ze precies hetzelfde zijn als degene waarvan de donorcel afkomstig is. Hoogstwaarschijnlijk zouden ze hetzelfde uiterlijk en bepaalde karaktereigenschappen hebben. Natuurlijk worden ze niet helemaal gelijk. Een groot deel van je persoonlijkheid wordt namelijk gevormd door je omgeving en niet door je genen. Maar door klonen krijg je dus wel meer van het zelfde type mens.
Ook zou de wereld overbevolkt raken als iemand zomaar wat klonen van zichzelf zou kunnen maken. Als de ‘normale voortplanting’ gewoon door zou gaan, zal de bevolking met een nog grotere snelheid dan nu het geval is groeien. Een nog grotere overbevolking dan nu al verwacht wordt onder natuurlijke omstandigheden is het gevolg.
Nog een belangrijk argument is dat als men gaat klonen, de seks wordt losgekoppeld van de voortplanting. En het bijzondere van seksuele voortplanting ligt hem in de constructie van het genetisch materiaal van de nakomeling. Met klonen wordt de uitkomst vastgelegd en is dus voorspelbaar, in plaats van onvoorspelbaar en verrassend bij natuurlijke voortplanting.
Net zoals het klonen van dieren erop gericht is om dieren met betere eigenschappen te krijgen, loopt men bij het klonen van mensen het gevaar om betere mensen te krijgen. Dit is dan een vorm van discriminatie van minder bedeelden en gehandicapte of zwakbegaafde mensen.
Voordat het schaap Dolly er was, waren daar al minstens 276 pogingen aan vooraf gegaan. Niemand weet waarom de meeste pogingen mislukt zijn. Het klonen van mensen zou dus niet kunnen zonder uitgebreide menselijke experimenten. Er zijn mensen die 276 ‘mislukte’ lammetjes nog acceptabel vinden, maar wat te denken van mislukte of half succesvolle menselijke experimenten? Dit is ethisch niet acceptabel.
Hoe ver mag de wetenschap gaan? Waarom bij dieren wel en bij mensen niet? Waarom is het klonen van planten wel normaal en is dat dan wel natuurlijk? Gaat het niet een beetje te ver om een kopie van onszelf te maken? Is dat niet een gevaar voor onszelf?
Er zijn vele vragen waarop niemand een duidelijk antwoord kan geven. Eigenlijk is de wetenschap al te ver om het nu nog te verbieden. Maar je kan de wetenschap ook niet eeuwig zijn gang laten gaan. Het grootste probleem is dat niemand weet waar de grens ligt.
Je kan me altijd mailen op seymourbutts1219@hotmail.com