Bewijzen tegen evolutie
Cytochroom C
Een manier waarop we verschillen tussen organismen kunnen onderzoeken is d.m.v. verschil in het Cytochroom C. Dat is een eiwit dat o.a. nodig is bij de ademhaling. Het Cytochroom C is opgebouwd uit ongeveer 100 aminozuren waarvan wetenschappers precies weten welk aminozuur waar zit. Het komt voor in de cellen van alle planten en dieren en bij al deze organismen verschilt het Cytochroom C iets. Zo verschilt het Cytochroom C van het paard en de hond, volgens de evolutietheorie nauw verwant, 6%. Tussen het paard en de schildpad verschild het 11% en tussen het paard en het fruitvliegje 22%.
Dus hoe meer de dieren of planten van elkaar verschillen, hoe groter het verschil in Cytochroom C. Dit is natuurlijk geen bewijs voor evolutie, want nu komt de clou:
Verschil tussen bacterie en zoogdieren: 64-66%
Verschil tussen bacterie en reptielen: 64%
Verschil tussen bacterie en amfibie: 64%
Verschil tussen bacterie en vissen: 64%
Verschil tussen bacterie en insect:: 65%
Verschil tussen bacterie en planten: 66%
Oftewel, er is geen enkele klasse die dichter bij de bacterie staat dan de andere, dus geen enkele klasse kan beschouwd worden als tussenvorm van bacterie naar de andere klassen.
De ontwikkeling van organen
Wat is het voordeel van een half orgaan? Als organen na verloop van lange tijd en door kleine mutaties zijn ontstaan, dan moeten er tussen de eerste mutatie die het begin maakte aan een orgaan en de laatste mutatie die het orgaan compleet operationeel maakte, vele generaties hebben gezeten die het hebben moeten stellen met een niet-af orgaan. Volgens mij zouden die organismen nadeel hebben aan dat halve orgaan in plaats van voordeel. De Survival of the fittest zou ervoor zorgen dat die organismen met dat halve orgaan uit sterven.
Darwin dacht dat Survival of the fittest een bewijs vóór evolutie was, maar het is juist een bewijs tégen evolutie.
Het vogelbekdier
Het ontstaan van het vogelbekdier is een groot probleem voor de evolutietheorie. Het heeft een eendensnavel en zwemvliezen, maakt een nest van gras en legt eieren. Het heeft echter een behaarde huid, een staart als een bever en geeft haar jongen melk.
Waaruit kan zoiets ontstaan zijn? Het is teveel zoogdier om van de vogels af te stammen en teveel vogel om van de zoogdieren af te stammen. Of is het een tussenvorm tussen die twee? Dat kan ook niet, want volgens de evolutietheorie stammen de vogels af van de reptielen.
Te weinig tussenvormen
Nog een probleem voor de mensen die geloven dat het leven op aarde zich langzaam heeft ontwikkeld door toevallige mutaties: Als we werkelijk afstammen van ééncelligen, dan moeten er miljoenen, nee miljarden tussenvormen te vinden zijn in de aardlagen. Darwin realiseerde zich dat ook, maar dacht dat die nog wel gevonden zouden worden in de daaropvolgende decennia. We zijn nu 150 jaar verder en nog steeds zijn er alleen maar complete organismen gevonden.
Bovendien zouden er als er evolutie heeft plaatsgevonden ook tegenwoordig nog vele organismen moeten zijn met halve organen (hoewel die niet kunnen overleven, maar ja).
Fossielen
Er zijn vele fondsen gedaan die lijnrecht tegen de evolutietheorie ingaan, ik zal enkele voorbeelden geven:
- In Zuid-Afrika is een gegroefde metalen bol gevonden uit het precambische tijdperk.
- In Antelope, Springs, Utah, werd een schoenafdruk gevonden uit het Cambrium.
- In Dorchester, Massachusetts, is een metalen vaas gevonden uit het precambische tijdperk.
- In Schotland is een ijzeren spijker gevonden, die stamt uit het Devoon.
- Een gouden draad in een steen is gevonden in Tweed, Engeland uit het Carboon.
- Een ijzeren pot is gevonden in Wilburton, Oklahoma, ook uit het Carboon.
Dit zijn maar enkele voorbeelden uit het boek Forbidden Archeology van Michael Cremo.